Tekstblokken bewerken
Tekstblokken van willekeurige grootte kunnen gekopieerd, gewist en
op een andere plaats weer ingevoegd worden. In elk geval moet eerst
het gewenste tekstblok gemarkeerd worden:
Tekstblok markeren: cursor op het teken zetten van waaraf de
tekstmarkering moet beginnen
Softkey BLOK MARKEREN indrukken
Cursor op het teken zetten waar de tekstmarkering
moet stoppen. Wanneer de cursor met de pijltoetsen
direct naar boven of beneden wordt verplaatst,
worden de tussenliggende tekstregels volledig
gemarkeerd – de gemarkeerde tekst wordt gekleurd
weergegeven
Nadat het gewenste tekstblok gemarkeerd is, kan de tekst met
onderstaande softkeys verder worden bewerkt:
Functie
Gemarkeerde blok wissen en tijdelijk opslaan
Gemarkeerde blok tijdelijk opslaan, zonder te
wissen (kopiëren)
Wanneer het tijdelijk opgeslagen blok op een andere plaats moet
worden ingevoegd, gaat dat als volgt:
Cursor op de positie zetten waar het tijdelijk opgeslagen tekstblok
moet worden ingevoegd
Softkey BLOK INVOEGEN indrukken: tekst wordt
ingevoegd
Zolang de tekst in het tijdelijke geheugen staat, kan zij willekeurig vaak
worden ingevoegd.
Overdracht van het gemarkeerde blok naar een ander bestand
Het tekstblok markeren zoals reeds beschreven
Softkey AAN BESTAND TOEVOEGEN indrukken. De
TNC toont de dialoog Doelbestand =
Pad en naam van het doelbestand invoeren. De TNC
voegt het gemarkeerde tekstblok toe aan het
doelbestand. Wanneer er geen doelbestand met de
ingevoerde naam bestaat, dan schrijft de TNC de
gemarkeerde tekst in een nieuw bestand.
Ander bestand op de cursorpositie invoegen
De cursor op de plaats in de tekst zetten waar een ander
tekstbestand moet worden ingevoegd
Softkey BESTAND INVOEGEN indrukken. De TNC
toont de dialoog Bestandnaam =
Pad en naam invoeren van het bestand dat moet
worden ingevoegd
HEIDENHAIN iTNC 530
Softkey
163