Deelstring uit een stringparameter kopiëren
Met de functie SUBSTR kunt u uit een stringparameter een
definieerbaar bereik kopiëren.
Q-parameterfuncties kiezen
Functie STRINGFORMULE kiezen
Nummer van de parameter invoeren waarin de TNC
de gekopieerde tekenreeks moet opslaan en dit met
ENT-toets bevestigen.
Functie voor het knippen van een deelstring kiezen
Nummer van de QS-parameter invoeren waaruit u de
deelstring wilt kopiëren en dit met de ENT-toets
bevestigen
Nummer van de positie invoeren vanaf waar u de
deelstring wilt kopiëren en dit met de ENT-toets
bevestigen
Aantal tekens invoeren die u wilt kopiëren en dit met
de ENT-toets bevestigen
Rekenformule met ENT-toets sluiten en de invoer met
de END-toets beëindigen
Let erop dat het eerste teken van een tekststring intern op
de nulde positie begint.
Voorbeeld: uit de stringparameter QS10 moet vanaf de derde
positie (BEG2) een deelstring van vier tekens worden (LEN4)
gelezen
37 QS13 = SUBSTR ( SRC_QS10 BEG2 LEN4 )
HEIDENHAIN iTNC 530
643