Bewerkingsvlak via een afzonderlijke,
incrementele ruimtelijke hoek definiëren: PLANE
RELATIVE
Toepassing
De incrementele ruimtelijke hoek moet worden gebruikt, indien een
reeds actief, gezwenkt bewerkingsvlak door een extra rotatie moet
worden gezwenkt. Voorbeeld: afkanting van 45° ter plaatse aan een
gezwenkt vlak aanbrengen.
Let vóór het programmeren op het volgende
De gedefinieerde hoek is altijd gerelateerd aan het actieve
bewerkingsvlak, ongeacht met welke functie dit is
geactiveerd.
Er kunnen willekeurig veel PLANE RELATIVE-functies na
elkaar worden geprogrammeerd.
Wilt u weer terugkeren naar het bewerkingsvlak dat vóór
de PLANE RELATIVE-functie actief was, dan definieert u
PLANE RELATIVE met dezelfde hoek, echter met het
tegengestelde voorteken.
Indien PLANE RELATIVE op een niet-gezwenkt
bewerkingsvlak wordt toegepast, roteer dan het niet-
gezwenkte vlak simpelweg met de in de PLANE-functie
gedefinieerde ruimtelijke hoek.
Parameterbeschrijving voor het positioneergedrag: Zie
"Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen",
bladzijde 562.
Invoerparameters
Incrementele hoek?: ruimtelijke hoek waarmee het
actieve bewerkingsvlak nog verder moet worden
gezwenkt (zie afbeelding rechtsboven). Met de
softkey de as selecteren waaromheen moet worden
gezwenkt. Invoerbereik: -359.9999° t/m +359.9999°
Ga verder met de positioneereigenschappen (zie
"Positioneergedrag van de PLANE-functie vastleggen"
op bladzijde 562)
Gebruikte afkortingen
Afkorting
Betekenis
RELATIVE
Engels: relative = gerelateerd aan
HEIDENHAIN iTNC 530
Voorbeeld: NC-regel
5 PLANE RELATIVE SPB-45 .....
559