Veiligheidsafstand Q200 (incrementeel):
Afstand tussen gereedschapspunt en startpositie in
de gereedschapsas. Als u met bewerkingsstrategie
Q389=2 freest, benadert de TNC binnen de
veiligheidsafstand met de actuele diepte-instelling
het startpunt van de volgende regel
Veiligheidsafstand zijkant Q357 (incrementeel):
afstand aan de zijkant van het gereedschap tot het
werkstuk bij het benaderen van de eerste diepte-
instelling en afstand waarin de zijdelingse
verplaatsing bij bewerkingsstrategie Q389=0 en
Q389=2 wordt gepositioneerd
2e veiligheidsafstand Q204 (incrementeel):
coördinaat spilas waarin een botsing tussen het
gereedschap en het werkstuk (spaninrichting)
uitgesloten is
HEIDENHAIN iTNC 530
Voorbeeld: NC-regels
71 CYCL DEF 232 VLAKFREZEN
Q389=2
;STRATEGIE
Q225=+10
;STARTPUNT 1E AS
Q226=+12
;STARTPUNT 2E AS
Q227=+2.5 ;STARTPUNT 3E AS
Q386=-3
;EINDPUNT 3E AS
Q218=150
;LENGTE 1E ZIJDE
Q219=75
;LENGTE 2E ZIJDE
Q202=2
;MAX. DIEPTE-INSTELLING
Q369=0.5
;OVERMAAT DIEPTE
Q370=1
;MAX. OVERLAPPING
Q207=500
;AANZET FREZEN
Q385=800
;AANZET NABEWERKEN
Q253=2000 ;AANZET VOORPOS.
Q200=2
;VEILIGHEIDSAFST.
Q357=2
;V.AFSTAND ZIJDE
Q204=2
;2E VEILIGHEIDSAFST.
511