Lengte van de 1e zijde Q218: lengte van de tap,
parallel aan de hoofdas van het bewerkingsvlak
Maat onbew. werkstuk lengte 1e zijde Q424: lengte
van de onbewerkte tap, parallel aan de hoofdas van
het bewerkingsvlak. Maat onbew. werkstuk lengte
1e zijde groter dan lengte 1e zijde invoeren. De
TNC voert meerdere zijdelingse verplaatsingen uit
wanneer het verschil tussen maat onbewerkt
werkstuk 1 en eindmaat 1groter is dan de toegestane
zijdelingse verplaatsing (gereedschapsradius x
baanoverlapping Q370). De TNC berekent altijd een
constante zijdelingse verplaatsing
Lengte van de 2e zijde Q219: lengte van de tap,
parallel aan de nevenas van het bewerkingsvlak. Maat
onbew. werkstuk lengte 2e zijde groter dan lengte
2e zijde invoeren. De TNC voert meerdere
zijdelingse verplaatsingen uit wanneer het verschil
tussen maat onbewerkt werkstuk 2 en eindmaat 2
groter is dan de toegestane zijdelingse verplaatsing
(gereedschapsradius x baanoverlapping Q370). De
TNC berekent altijd een constante zijdelingse
verplaatsing
Maat onbew. werkstuk lengte 2e zijde Q425: lengte
van de onbewerkte tap, parallel aan de nevenas van
het bewerkingsvlak
Hoekradius Q220: radius van de hoek van de tap
Overmaat voor kantnabewerking Q368
(incrementeel): overmaat voor nabewerking in het
bewerkingsvlak die de TNC bij de bewerking laat
staan
Rotatiepositie Q224 (absoluut): hoek waarmee de
totale tap wordt geroteerd. Het centrum van de
rotatie ligt op de positie waar het gereedschap bij de
cyclusoproep staat
Tappositie Q367: positie van de tap gerelateerd aan
de positie van het gereedschap bij de cyclusoproep:
0: gereedschapspositie = midden van de tap
1: gereedschapspositie = hoek linksonder
2: gereedschapspositie = hoek rechtsonder
3: gereedschapspositie = hoek rechtsboven
4: gereedschapspositie = hoek linksboven
Aanzet frezen Q207: verplaatsingssnelheid van het
gereedschap bij frezen in mm/min
Freeswijze Q351: soort freesbewerking bij M3:
+1 = meelopend frezen
–1 = tegenlopend frezen
HEIDENHAIN iTNC 530
433