Handwiel-override
Met de functie Handwiel-override staat u de overlappende
verplaatsing met het handwiel toe, terwijl de TNC een programma
afwerkt.
In de kolom Max.-waarde definieert u de maximaal toegestane weg die
u met het handwiel kunt afleggen. De werkelijke waarde van de
verplaatsing in elke as ontleent de TNC aan de kolom Startwaarde,
zodra de programma-uitvoering wordt onderbroken (STIB=OFF). De
startwaarde blijft opgeslagen zolang deze door u niet wordt gewist;
ook na een stroomstoring blijft deze bewaard. De startwaarde kunt u
ook bewerken; de TNC verlaagt eventueel de door u ingevoerde
waarde tot de desbetreffende max.-waarde.
Wanneer bij het activeren van de functie een Startwaarde
is ingevoerd, roept de TNC bij het sluiten van het venster
de functie Opnieuw benaderen van de contour op om de
gedefinieerde waarde te verplaatsen (zie "Opnieuw
benaderen van de contour" op bladzijde 686).
Een reeds in het NC-programma met M118 gedefinieerde
maximale verplaatsing wordt door de ingevoerde waarde
in het invoerscherm overschreven. Reeds met het
handwiel via M118 verplaatste waarden voert de TNC weer
in de kolomstartwaarde van het invoerscherm in, zodat bij
het activeren geen sprong in de weergave ontstaat. Is de
via M118 reeds uitgevoerde verplaatsing groter dan de in
het invoerscherm toegestane maximumwaarde, dan roept
de TNC bij het sluiten van het venster de functie Opnieuw
benaderen van de contour op om de verschilwaarde te
verplaatsen (zie "Opnieuw benaderen van de contour" op
bladzijde 686).
Als u probeert een startwaarde in te voeren die groter is
dan de Max.-waarde, geeft de TNC een foutmelding.
Startwaarde invoeren die in principe niet groter is dan de
Max.-waarde.
Max. waarde niet te groot invoeren. De TNC reduceert het
verplaatsingsbereik met de door u ingevoerde waarde in
positieve en negatieve richting.
698
12 Programmatest en programma-uitvoering