Diepte-instelling Q10 (incrementeel): maat
waarmee het gereedschap telkens wordt verplaatst
Aanzet diepteverplaatsing Q11: insteekaanzet in
mm/min
Aanzet ruimen Q12: freesaanzet in mm/min
Voorruimgereedschap Q18 resp. QS18: nummer of
naam van het gereedschap waarmee de TNC reeds
heeft voorgeruimd. Omschakelen naar naaminvoer:
softkey GEREEDSCHAPSNAAM indrukken. Speciale
aanwijzing voor AWT-Weber: De TNC voegt het
aanhalingsteken automatisch in wanneer u het
invoerveld verlaat. Indien niet is voorgeruimd, "0"
invoeren; wanneer hier een nummer of een naam
wordt ingevoerd, ruimt de TNC alleen dat deel uit dat
niet met het voorruimgereedschap kon worden
bewerkt. Wanneer het niet mogelijk is het
naruimbereik zijdelings te benaderen, steekt de TNC
pendelend in; daartoe moet in de gereedschapstabel
TOOL.T zie "Gereedschapsgegevens", bladzijde 198
de lengte van de snijkant LCUTS en de maximale
insteekhoek ANGLE van het gereedschap
gedefinieerd worden. Eventueel komt de TNC met
een foutmelding
Aanzet pendelen Q19: pendelaanzet in mm/min
Aanzet terugtrekken Q208: verplaatsingssnelheid
van het bij het terugtrekken uit de boring na de
bewerking in mm/min. Indien Q208=0 is ingevoerd,
dan trekt de TNC het gereedschap met aanzet Q12
terug
458
Voorbeeld: NC-regels
59 CYCL DEF 22 RUIMEN
Q10=+5
;DIEPTE-INSTELLING
Q11=100
;AANZET DIEPTEVERPL.
Q12=750
;AANZET RUIMEN
Q18=1
;VOORRUIMGEREEDSCHAP
Q19=150
;AANZET PENDELEN
Q208=99999 ;AANZET TERUGTREKKEN
Q401=80
;AANZETREDUCTIE
Q404=0
;NARUIMSTRATEGIE
8 Programmeren: cycli