Cyclus in combinatie met puntentabellen
oproepen
De TNC voert met CYCL CALL PAT de puntentabel uit die u
als laatste hebt gedefinieerd (ook als de puntentabel in een
met CALL PGM genest programma is gedefinieerd).
Als de TNC de laatst gedefinieerde bewerkingscyclus oproept bij de
punten die in een puntentabel zijn vastgelegd, programmeer dan de
cyclusoproep met CYCL CALL PAT:
Cyclusoproep programmeren: toets CYCL CALL
indrukken
Puntentabel oproepen: softkey CYCL CALL PAT
indrukken
Aanzet invoeren waarmee de TNC tussen de punten
moet verplaatsen (geen invoer: verplaatsen met de
laatst geprogrammeerde aanzet, FMAX niet geldig)
Eventueel additionele M-functie invoeren en met de
END-toets bevestigen
De TNC trekt het gereedschap tussen de startpunten terug tot de
veilige hoogte. Als veilige hoogte gebruikt de TNC de spilascoördinaat
bij de cyclusoproep of de waarde uit de cyclusparameter Q204,
afhankelijk van welke van beide het grootst is.
Als u bij het voorpositioneren in de spilas met gereduceerde aanzet
wilt werken, moet gebruik worden gemaakt van de additionele functie
M103 (zie "Aanzetfactor voor insteekbewegingen: M103" op bladzijde
312).
356
8 Programmeren: cycli