Details op het werkstukniveau instellen
Werkstuk: het nummer van het werkstuk wordt getoond. Na de
schuine streep wordt het aantal werkstukken binnen dit
opspannings- of palletniveau getoond
Nulpunt: voer het nulpunt voor het werkstuk in
NP-tabel: voer de naam en het pad van de nulpunttabel in die voor
de bewerking van het werkstuk geldt. Als u voor alle werkstukken
dezelfde nulpunttabel gebruikt, voert u de naam met het pad in de
pallet- of opspanningsniveaus in. De invoer wordt automatisch in het
werkstukniveau overgenomen.
NC-programma: voer het pad van het NC-programma in dat voor de
bewerking van het werkstuk noodzakelijk is
Veil. hoogte: (optioneel): veilige positie voor de afzonderlijke assen
gerelateerd aan het werkstuk. De opgegeven posities worden alleen
benaderd wanneer deze waarden in de NC-macro's worden gelezen
en dienovereenkomstig worden geprogrammeerd.
HEIDENHAIN iTNC 530
191