Download Print deze pagina

HEIDENHAIN iTNC 530 Gebruikershandboek pagina 487

Verberg thumbnails Zie ook voor iTNC 530:

Advertenties

Eigenschappen van de bewerkingscycli
De TNC positioneert voor elke cyclus automatisch naar de
veiligheidsafstand
Elk diepteniveau wordt zonder het vrijzetten van het gereedschap
gefreesd; om eilanden wordt zijdelings verplaatst
De radius van "binnenhoeken" is programmeerbaar – het
gereedschap blijft niet staan, markeringen door vrije sneden worden
verhinderd (geldt voor buitenste baan bij het ruimen en nabewerken
van de zijkanten)
Bij het nabewerken van de zijkanten benadert de TNC de contour via
een tangentiële cirkelbaan
Bij het nabewerken van de diepte benadert de TNC het gereedschap
ook via een tangentiële cirkelbaan (bijv. spilas Z: cirkelbaan in vlak Z/
X)
De TNC bewerkt de contour ononderbroken meelopend of
tegenlopend
Met MP7420 wordt vastgelegd waarheen de TNC
gereedschap aan het einde van de cycli 21 t/m 24
positioneert.
De maatgegevens voor de bewerking, zoals freesdiepte, overmaten
en veiligheidsafstand worden centraal in cyclus 20 als
CONTOURGEGEVENS ingevoerd.
Programma met contourdefinities selecteren
Met de functie SEL CONTOUR selecteert u een programma met
contourdefinities waaruit de TNC de contourbeschrijvingen haalt:
Softkeybalk met speciale functies tonen
Menu voor functies voor de contour- en
puntbewerking kiezen
Softkey SEL CONTOUR indrukken
Volledige naam van het programma met de
contourdefinities invoeren en met de toets END
bevestigen
SEL CONTOUR-regel vóór de SL-cycli programmeren.
Cyclus 14 CONTOUR is bij gebruik van SEL CONTOUR
niet langer noodzakelijk.
HEIDENHAIN iTNC 530
487

Advertenties

loading

Gerelateerde Producten voor HEIDENHAIN iTNC 530