Eigenschappen van de deelcontouren
De TNC herkent in principe alle contouren als kamer. Programmeer
geen radiuscorrectie. In de contourformule kan een kamer door
inverteren in een eiland worden omgezet.
De TNC negeert aanzetten F en additionele M-functies
Coördinatenomrekeningen zijn toegestaan. Wanneer ze binnen de
deelcontouren worden geprogrammeerd, werken ze ook in de
volgende subprogramma's. Ze mogen echter na de cyclusoproep
niet worden gereset
De subprogramma's mogen ook coördinaten in de spilas bevatten;
ze worden echter genegeerd
In de eerste coördinatenregel van het subprogramma wordt het
bewerkingsvlak vastgelegd. Additionele assen U, V, W zijn
toegestaan
486
Voorbeeld: Schema: verrekening van de
deelcontouren met contourformule
0 BEGIN PGM MODEL MM
1 DECLARE CONTOUR QC1 = "CIRKEL1"
2 DECLARE CONTOUR QC2 = "CIRKEL31XY"
3 DECLARE CONTOUR QC3 = "DRIEHOEK"
4 DECLARE CONTOUR QC4 = "VIERKANT"
5 QC10 = ( QC1 | QC3 | QC4 ) \ QC2
6 END PGM MODEL MM
0 BEGIN PGM CIRKEL1 MM
1 CC X+75 Y+50
2 LP PR+45 PA+0
3 CP IPA+360 DR+
4 END PGM CIRKEL1 MM
0 BEGIN PGM CIRKEL31XY MM
...
...
8 Programmeren: cycli