Download Print deze pagina

Mercedes-Benz C-Klasse Cabriolet 2020 Handleiding pagina 76

Advertenties

versal" controleren of dit voor de zitplaats
van de auto is toegestaan.
De aanwijzingen onder "Geschiktheid van de
zitplaatsen voor de bevestiging van kinder‐
zitjesbevestigingssystemen" in acht nemen
(
pagina 71).
/
O Bij gebruik van een babyschaal van de
gewichtsgroep 0/0+ en een naar achte‐
ren gericht kinderzitjesbevestigingssys‐
teem van gewichtsgroep I op een zit‐
plaats achterin: De voorstoel zo instellen,
dat deze het kinderzitjesbevestigingssys‐
teem niet raakt.
O Bij gebruik van een naar voren gericht
kinderzitjesbevestigingssysteem van
gewichtsgroep I: Indien mogelijk de hoofd‐
steunen van de betreffende stoel uitbou‐
wen.
Na het uitbouwen van het kinderzitjesbeves‐
tigingssysteem de hoofdsteun direct aan‐
brengen en alle hoofdsteunen correct instel‐
len.
O De leuning van een naar voren gericht kin‐
derzitjesbevestigingssysteem moet zo volle‐
dig mogelijk tegen de rugleuning van de zit‐
plaats achterin aan liggen.
O Wanneer de hoofdsteun van het kinderzitje
in aangebrachte toestand in de auto niet
compleet kan worden uitgeschoven, leidt dit
tot een beperking in de maximale grootte-
instelling bij kinderzitjesbevestigingssyste‐
men van de gewichtsgroepen II of III.
Contact met het dak bij volledig uitgescho‐
ven en vergrendelde hoofdsteun leidt niet
tot een beperking tijdens het gebruik.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet onder spanning en/of getordeerd tus‐
sen het dak en het zitvlak worden inge‐
bouwd. Indien mogelijk de zittinghoek over‐
eenkomstig instellen.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet door de hoofdsteun worden belast. De
hoofdsteunen overeenkomstig instellen.
O Ervoor zorgen dat de voeten van het kind de
voorstoel niet kunnen raken. Indien nodig de
voorstoel iets naar voren instellen.
%
Voor het openen of het sluiten van de cabrio‐
kap moet bij kinderzitjesbevestigingssyste‐
Veiligheid voor inzittenden
men van de gewichtsgroep II of III het kinder‐
zitjesbevestigingssysteem worden verwij‐
derd, of moet de hoofdsteun van het kinder‐
zitjesbevestigingssysteem in de onderste
positie worden ingesteld. In dit geval, voor
het openen of het sluiten van de cabriokap,
het kind uit laten stappen.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem monte‐
#
ren.
Het draagvlak van het kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem moet volledig op het zitvlak
van de zitplaats achterin rusten.
Altijd de correcte ligging van de schoudergor‐
#
del vanaf de gordeldoorvoeropening van de
auto naar de schoudergordelgeleiding van
het kinderzitjesbevestigingssysteem in acht
nemen.
De schoudergordelband moet vanaf de gor‐
deldoorvoeropening naar voren en omlaag
verlopen.
73

Advertenties

loading