In de volgende gevallen het rijden in het
#
noodprogramma beëindigen:
bij klapperende geluiden
R
bij schudden van de auto
R
bij rookontwikkeling met de geur van rub‐
R
ber
bij voortdurend ingrijpen van het ESP
R
bij scheuren in de bandwangen
R
Na het rijden in de noodprogramma bij
#
een gekwalificeerde werkplaats laten
controleren of de velgen verder kunnen
worden gebruikt.
De defecte band in ieder geval vervan‐
#
gen.
Met MOExtended banden (banden met nood‐
loopeigenschappen) kan ook met de auto wor‐
den gereden als één of meer banden volledig
leeg zijn. De band mag echter geen duidelijk
zichtbare beschadiging vertonen.
Een MOExtended-band kunt u herkennen aan het
keurmerk "MOExtended" op de wang van de
band.
Auto's met bandenspanningswaarschu‐
wingssysteem: MOExtended-banden mogen
alleen in combinatie met geactiveerd banden‐
spanningswaarschuwingssysteem worden
gebruikt.
Auto's met bandenspanningscontrole: MOEx‐
tended-banden mogen alleen in combinatie met
geactiveerde bandenspanningscontrole worden
®
gebruikt.
Wanneer een waarschuwingsmelding voor druk‐
verlies op het multifunctioneel display verschijnt,
als volgt te werk gaan:
De band op beschadiging controleren.
R
Bij doorrijden de volgende aanwijzingen in
R
acht nemen.
Af te leggen afstand na drukverlieswaarschu‐
wing
Beladingstoestand
Gedeeltelijk beladen
Volledig beladen
De bereikbare nog af te leggen afstand kan afwij‐
ken afhankelijk van de rijstijl. Daarbij de toege‐
stane maximumsnelheid van 80 km/h in acht
nemen.
Wanneer na een lekke band niet meteen een
MOExtended-band kan worden gemonteerd, mag
tijdelijk ook een standaardband worden
gebruikt.
Opbergplaats TIREFIT-set
De TIREFIT-set bevindt zich onder de bagage‐
ruimtebodem.
Af te leggen afstand
80 km
30 km
Pechhulp 359