Wanneer de afstand tot een obstakel afneemt,
verandert de kleur van de waarschuwingsmel‐
ding 2. Vanaf een afstand van circa 0,6 m
wordt de waarschuwingsmelding oranje weerge‐
geven. Vanaf een afstand van circa 0,3 m wordt
de waarschuwingsmelding rood weergegeven.
Wanneer de PARKTRONIC-parkeerassistent
gereed voor gebruik is en geen objecten worden
herkend, worden de segmenten van de waar‐
schuwingsmelding grijs afgebeeld.
Hulplijnen
1
Geel rijspoor van de banden bij actuele
stuuruitslag (dynamisch)
2
Gele hulplijnen, breedte van de auto (vlak
waarover wordt gereden) afhankelijk van de
momentele stuuruitslag (dynamisch)
3
Rode hulplijn op circa 0,3 m afstand tot het
achtergedeelte
4
Markering op een afstand van circa 1,0 m
%
Als de actieve parkeerassistent is ingescha‐
keld, worden de rijsporen groen weergege‐
ven.
Rijden en parkeren 217
De hulplijnen geven de afstanden ten
opzichte van de eigen auto aan. De afstan‐
den gelden alleen op rijbaanhoogte.
De hulplijnen in de aanhangwagenmodus
worden ter hoogte van de aanhangwagen‐
voorziening afgebeeld.
Aanhangwagenweergave (auto's met aan‐
hangwagenvoorziening)
Wanneer u de aanhangwagenweergave selec‐
teert terwijl geen aanhangwagen aan de auto is
gekoppeld, verschijnt het volgende beeld: