36
Algemene aanwijzingen
kelijkheid. Ook hiervoor gebruikt de fabrikant
bedrijfsgegevens uit auto's, bijvoorbeeld voor
terugroepacties. Deze gegevens kunnen ook
worden gebruikt om aanspraken van de klant op
garantie en coulance te controleren.
De storingsgeheugens in de auto kunnen in het
kader van reparatie- of onderhoudswerkzaamhe‐
den of op uw verzoek door een servicewerk‐
plaats worden gereset.
Comfort- en infotainmentfuncties
U kunt comfortinstellingen en individualiseringen
in uw auto opslaan en altijd wijzigen of resetten.
Daartoe behoren, afhankelijk van de betreffende
uitrusting, bijvoorbeeld de volgende instellingen:
Zitposities en stuurwielpositie
R
Onderstelafstellingen en klimaatregelingsin‐
R
stellingen
Individualiseringen, bijvoorbeeld interieurver‐
R
lichting
U kunt in het kader van de geselecteerde uitrus‐
ting zelf gegevens invoeren in de infotainment‐
functies van de auto.
Daartoe behoren, afhankelijk van de betreffende
uitrusting, bijvoorbeeld de volgende gegevens:
Multimedia-gegevens, bijvoorbeeld muziek,
R
films of foto's voor de weergave in een geïn‐
tegreerd multimediasysteem
Adresboekgegevens om te gebruiken in com‐
R
binatie met een geïntegreerde handsfree-
installatie of een geïntegreerd navigatiesys‐
teem
Ingevoerde navigatiebestemmingen
R
Gegevens over het gebruik van internetdien‐
R
sten
Deze gegevens voor comfort- en infotainment‐
functies kunnen lokaal in de auto worden opge‐
slagen, of ze bevinden zich op een apparaat dat
u met de auto heeft verbonden (bijvoorbeeld
smartphone, usb-stick of mp3-speler. Gegevens
die u zelf hebt ingevoerd kunt u op elk gewenst
moment verwijderen.
Het verzenden van deze gegevens vanuit de auto
gebeurt alleen op uw verzoek. Dit geldt met
name bij het gebruik van onlineservices in over‐
eenstemming met de door u geselecteerde
instellingen.
Smartphone integratie (bijvoorbeeld Android
Auto of Apple CarPlay)
Wanneer uw auto overeenkomstig is uitgerust,
kunt u uw smartphone of een ander mobiel
apparaat met de auto verbinden. U kunt deze
vervolgens aansturen met behulp van de in de
auto geïntegreerde bedieningselementen. Daar‐
bij kunnen beeld en geluid van de smartphones
via het multimediasysteem worden weergege‐
ven. Tegelijkertijd wordt bepaalde informatie
doorgegeven aan uw smartphone. Daartoe beho‐
ren afhankelijk van de soort integratie bijvoor‐
beeld positiegegevens, dag-/nachtmodus en ver‐
dere algemene statussen van de auto. Raad‐
pleeg hiervoor de handleiding van de auto en het
infotainmentsysteem.
De integratie maakt het gebruik van geselec‐
teerde smartphone-apps, bijvoorbeeld navigatie
of muziekweergave, mogelijk. Verdere interactie
tussen smartphone en auto, in het bijzonder
actieve toegang tot de voertuiggegevens, vindt
niet plaats. De manier waarop de gegevens ver‐
der worden verwerkt, wordt bepaald door de
aanbieder van de betreffende app. Of en welke
instellingen u daarbij kunt kiezen, is afhankelijk