368 Pechhulp
gaan branden, is de ontladen accu met grote
waarschijnlijkheid bevroren. In dit geval mag de
accu noch worden opgeladen, noch de auto met
starthulp worden gestart.
De levensduur van een weer ontdooide accu kan
drastisch ingekort zijn. Het startgedrag kan ver‐
slechteren, in het bijzonder bij lage temperatuur.
Het wordt geadviseerd een ontdooide accu bij
een gekwalificeerde werkplaats te laten contro‐
leren.
Alle auto's
* AANWIJZING Beschadiging door veelvul‐
dige en langdurige startpogingen
Door veelvuldige en langdurige startpogingen
kan door onverbrande brandstof de katalysa‐
tor worden beschadigd.
Veelvuldige en langdurige startpogingen
#
voorkomen.
De volgende punten in acht nemen bij starthulp
en bij het opladen van de accu:
Alleen onbeschadigde start-/laadkabels met
R
voldoende grote doorsnede en geïsoleerde
poolklemmen gebruiken.
Niet-geïsoleerde onderdelen van de pool‐
R
klemmen mogen niet met andere metalen
onderdelen in aanraking komen zolang de
start-/laadkabels met het hulpstartpunt zijn
verbonden.
De start-/laadkabels mogen geen onderde‐
R
len aanraken die als de motor draait kunnen
bewegen.
Er altijd op letten, dat noch u noch de accu
R
elektrostatisch opgeladen zijn.
Beslist vuur en open licht vermijden.
R
Niet over een accu buigen.
R
Bij het opladen van de accu bovendien de vol‐
gende punten in acht nemen:
Alleen door Mercedes-Benz geteste en goed‐
R
gekeurde opladers gebruiken.
De handleiding van de oplader lezen voordat
R
u de accu gaat opladen.
Bij de starthulp bovendien de volgende punten in
acht nemen:
Alleen voertuigen, accu's of geschikte start‐
R
hulpapparaten met een nominale spanning
van 12V als starthulp gebruiken.
De auto's mogen elkaar niet raken.
R
Auto's met benzinemotor: De motor mag
R
alleen met startkabels worden gestart als de
motor koud en het uitlaatsysteem afgekoeld
is.
Starthulp en 12V‑-accu opladen
Starthulp/opladen voorbereiden
De auto met de elektrische parkeerrem
#
beveiligen.
Automatische transmissie: De transmissie
#
in de stand j zetten.
Handgeschakelde versnellingsbak: De
#
transmissie in de neutraalstand schakelen.
Het contact en alle elektrische verbruikers
#
uitschakelen.
De motorkap openen.
#