190 Rijden en parkeren
play. Als u de melding bevestigt, wordt zolang de
auto niet wordt geparkeerd geen melding meer
gegeven. Een nieuwe melding verschijnt pas
weer nadat de auto opnieuw is gestart of wan‐
neer de ingestelde snelheid wordt gewijzigd.
Ook bij kickdown kan de permanente limiter niet
passief worden geschakeld en blijft de rijsnel‐
heid onder de ingestelde snelheid.
Snelheidsbegrenzing bij winterbanden instel‐
len
Multimediasysteem:
Voertuig
î Voertuiginstellingen
4
5
Winterbanden-limiet
5
Een snelheid selecteren of de functie uit‐
#
schakelen.
Actieve afstandsassistent DISTRONIC
Functie van de actieve afstandsassistent
DISTRONIC
De actieve afstandsassistent DISTRONIC houdt
bij een vrije doorgang de ingestelde snelheid
aan. Als er voorliggers worden herkend wordt de
ingestelde afstand aangehouden, indien nodig
tot stilstand. De auto wordt afhankelijk van de
afstand tot de voorligger en de ingestelde snel‐
heid versneld of vertraagd. Snelheid en de
afstand worden in het stuurwiel ingesteld en
opgeslagen.
Beschikbaar snelheidsbereik:
Auto's zonder rijassistentiepakket:
R
20 km/h - 200 km/h
Auto's met rijassistentiepakket: 20 km/h -
R
210 km/h
Verdere eigenschappen van de actieve afstands‐
assistent DISTRONIC:
Aanpassing van de rijstijl afhankelijk van het
R
gekozen rijprogramma (brandstofbesparend,
comfortabel of dynamisch)
Inleiding van een acceleratie naar de opge‐
R
slagen snelheid wanneer de richtingaanwijzer
wordt ingeschakeld om naar de snellere rij‐
strook te wisselen
Auto's met rijassistentiepakket:
R
Reactie op herkende stilstaande voertui‐
-
gen binnen de bebouwde kom (met uit‐
zondering van fietsen en motorfietsen)
Inachtneming van eenzijdige inhaalverbo‐
-
den op autosnelwegen of meerbaans
wegen met gescheiden rijbanen (landsaf‐
hankelijk)
Auto's met rijassistentiepakket en parkeer‐
pakket: Wanneer de auto op meerbaans wegen
met gescheiden rijbanen door de actieve
afstandsassistent DISTRONIC tot stilstand wordt
afgeremd, dan kan de auto binnen 30 seconden
automatisch de weer wegrijdende voorligger vol‐
gen. Als bij het wegrijden een kritieke situatie
wordt herkend, vindt een optische en akoesti‐
sche overnamewaarschuwing plaats en moet de
bestuurder zelf ingrijpen. De auto wordt niet ver‐
der versneld.
De aanwijzingen met betrekking tot de rijsyste‐
men en uw verantwoording in acht nemen,
anders kunt u gevaren niet herkennen
(
pagina 178).
/