& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar door voorwerpen tussen
zitvlak en kinderzitjesbevestigingssys‐
teem
Voorwerpen tussen de zitting en het kinder‐
zitjesbevestigingssysteem kunnen de wer‐
king van de automatische uitschakeling van
de bijrijdersairbag verstoren.
Geen voorwerpen tussen het zitvlak en
#
het kinderzitjesbevestigingssysteem
leggen.
Het draagvlak van het kinderzitjesbe‐
#
vestigingssysteem moet volledig op het
zitvlak van de bijrijdersstoel rusten.
De leuning van een naar voren gericht
#
kinderzitjesbevestigingssysteem moet
zo volledig mogelijk tegen de rugleuning
van de bijrijdersstoel aan liggen.
Beslist de montagehandleiding van de
#
fabrikant van het kinderzitjesbevesti‐
gingssysteem in acht nemen.
Een persoon op de passagiersstoel moet de vol‐
gende aanwijzingen in acht nemen:
De veiligheidsgordel correct omgespen
R
(
pagina 41).
/
Zo rechtop mogelijk zitten, met de rug tegen
R
de rugleuning.
Indien mogelijk zo zitten dat de voeten op de
R
vloer staan.
Anders kan de passagiersairbag abusievelijk
worden uitgeschakeld, bijvoorbeeld in de vol‐
gende gevallen:
De passagier verplaatst zijn gewicht door op
R
de armsteun in de auto te steunen.
De passagier zit zodanig dat hij het zitvlak
R
ontlast.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar bij uitgeschakelde passa‐
giersairbag
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG
OFF brandt, is de passagiersairbag uitge‐
schakeld .
Veiligheid voor inzittenden
Een persoon op de passagiersstoel kan dan
bijvoorbeeldmet delen van het interieur in
aanraking komen, in het bijzonder als hij
dicht op het dashboard zit.
Bij bezette passagiersstoel altijd ervoor zor‐
gen dat:
De classificatie van de persoon op de
R
passagiersstoel correct is en dat de pas‐
sagiersairbag overeenkomstig de persoon
op de passagiersstoel in- of uitgeschakeld
is.
De passagiersstoel zo ver mogelijk naar
R
achteren gezet is.
De persoon correct zit.
R
Voor en ook tijdens het rijden de cor‐
#
recte status van de passagiersairbag
controleren.
Wanneer de passagiersstoel bezet is, vindt na de
zelfdiagnose van de automatische uitschakeling
van de passagiersairbag de classificatie van de
persoon of het kinderzitjesbevestigingssysteem
op de passagiersstoel plaats. De PASSENGER
51