112 Stoelen en opbergen
%
Bij het inschakelen gaat de aanjager na een
opwarmperiode van zeven seconden
draaien.
Lagere stand: De toets
1
#
ken, tot de gewenste verwarmingsstand
bereikt is.
Afhankelijk van de verwarmingsstand gaan
een tot drie controlelampjes branden.
Uitschakelen: De toets
1
#
ken, tot alle controlelampjes gedoofd zijn.
%
Na het uitschakelen blijft de aanjager nog
enkele seconden in werking om de verwar‐
mingselementen af te koelen.
%
Als de accuspanning te laag is, kan de AIRS‐
CARF worden uitgeschakeld.
Het AIRSCARF-luchtrooster instellen
#
(
pagina 143).
/
Erop letten dat het luchtinlaatrooster in de ach‐
terzijde van de hoofdsteunen niet wordt afge‐
dekt.
Erop letten dat er geen voorwerpen in de lucht‐
roosters van de hoofdsteunen terecht komen.
Stuurwiel
Stuurwiel mechanisch instellen
zo vaak indruk‐
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door voertuiginstellingen tijdens het
rijden
U kunt in het bijzonder in de volgende situ‐
aties de controle over de auto verliezen:
zo vaak indruk‐
Wanneer u tijdens het rijden de bestuur‐
R
dersstoel, de hoofdsteunen, het stuurwiel
of de spiegels verstelt.
Wanneer u tijdens het rijden de veilig‐
R
heidsgordel omgespt.
Voordat de motor wordt gestart: In het
#
bijzonder de chauffeursstoel, de hoofd‐
steunen, het stuurwiel of de spiegels
instellen en de veiligheidsgordel omges‐
pen.
& WAARSCHUWING Inklemgevaar voor
kinderen bij het instellen van het stuur‐
wiel
Wanneer kinderen het stuurwiel instellen,
kunnen ze bekneld raken.
Kinderen nooit zonder toezicht in de
#
auto laten.
Bij het verlaten van de auto altijd de
#
sleutel meenemen en de auto vergren‐
delen.