364 Pechhulp
Na circa tien minuten stoppen en de banden‐
#
spanning controleren met de bandenvulcom‐
pressor.
De bandenspanning moet nu ten minste
130 kPa (1,3 bar, 19 psi) bedragen.
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len door niet bereikte bandenspanning
Als de aangegeven bandenspanning niet
wordt bereikt, is de band te zwaar bescha‐
digd. Het bandenplakmiddel kan hier geen
pechhulp bieden.
Het remgedrag en de rij-eigenschappen kun‐
nen sterk nadelig worden beïnvloed.
Niet verder rijden.
#
Contact opnemen met een gekwalifi‐
#
ceerde werkplaats.
Landen met Mercedes-Benz Service24h: Een
sticker met het telefoonnummer van Mercedes-
BenzService24h bevindt zich bijvoorbeeld op de
B‑stijl aan bestuurderszijde.
De bandenspanning corrigeren, wanneer
#
deze nog ten minste 130 kPa (1,3 bar, 19 psi)
bedraagt. Zie voor de waarden de banden‐
spanningstabel in de tankdopklep.
Bandenspanning verhogen: De bandenvul‐
#
compressor inschakelen.
Bandenspanning verlagen: De afblaasknop
#
1
naast de manometer
2
Als de bandenspanning correct is, de vul‐
#
slang losdraaien van het ventiel van de gere‐
pareerde band.
Het ventieldopje op het ventiel van de gere‐
#
pareerde band draaien.
De fles bandenafdichtmiddel uit de banden‐
#
vulcompressor trekken. Daarbij de vergren‐
deling van het gele afsluitkapje samendruk‐
ken.
De vulslang blijft op de fles bandenafdicht‐
middel.
indrukken.
Naar de dichtstbijzijnde gekwalificeerde
#
werkplaats rijden en de band, de fles bande‐
nafdichtmiddel en de vulslang laten vervan‐
gen.