234 Rijden en parkeren
De spanningsvoorziening van de auto
#
niet gebruiken om de aanhangwagen‐
accu op te laden.
De afdekkap van de kogelkop verwijderen en
#
veilig opbergen.
De aanhangwagen horizontaal achter de auto
#
zetten en aankoppelen.
Het deksel van de contactdoos openen.
#
De stekker met nok
1
in groef
#
contactdoos aanbrengen.
De bajonetverbinding
2
tot de aanslag
#
rechtsom draaien.
Het deksel laten vergrendelen.
#
De kabel met kabelbinders aan de aanhang‐
#
wagen bevestigen (alleen bij adapterkabels).
Controleren of de kabel bij het rijden door
#
bochten vrij kan bewegen.
Ook bij een correct aangesloten aanhangwagen
kan bij de volgende voorwaarden een melding op
het multifunctioneel display verschijnen:
Het verlichtingssysteem van de aanhangwa‐
R
gen is van LED's voorzien.
De minimumstroom (50 mA) van de aanhang‐
R
wagenverlichting werd onderschreden.
%
Op de permanente spanningsvoorziening
kunt u accessoires aansluiten tot maximaal
180 W en aan de via het contactslot gescha‐
kelde spanningsvoorziening.
Aanhangwagen afkoppelen
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het
3
van de
afkoppelen
Wanneer u een aanhangwagen met oploop‐
rem in geremde staat afkoppelt, kunt u met
uw hand tussen de auto en de aanhangwa‐
gendissel bekneld raken.
De aanhangwagen niet in geremde
#
staat afkoppelen.
* AANWIJZING Beschadiging bij het afkop‐
pelen als de aanhangwagen geremd is
Als de aanhangwagen bij het afkoppelen
geremd is, kan de auto beschadigd raken.
De aanhangwagen niet in geremde
#
staat afkoppelen.
& WAARSCHUWING Inklemgevaar bij het
losmaken van de aanhangwagenkabel
Auto's met niveauregeling: Wanneer de
aanhangwagenkabel wordt losgemaakt, kan
de auto zakken.
Daardoor kunnen lichaamsdelen van uzelf of
anderen bekneld raken die zich tussen de
carrosserie en de banden of onder de auto
bevinden.