216 Rijden en parkeren
%
Het contrast van het display kan nadelig wor‐
den beïnvloed door invallend zonlicht of
andere lichtbronnen. Wees in dat geval extra
voorzichtig.
%
Het display bij een aanzienlijke beperking
van de bruikbaarheid, bijvoorbeeld als gevolg
van pixelfouten, laten repareren of vervan‐
gen.
360°-camera
Functie van de 360°-camera
De 360°-camera is een systeem dat bestaat uit
vier camera's. De camera's registreren de
directe omgeving van de auto. Het systeem
ondersteunt u bijvoorbeeld bij het parkeren of bij
onoverzichtelijke uitritten.
De weergaven van de 360°-camera zijn bij voor‐
uitrijden tot een snelheid van circa 16 km/h en
bij achteruitrijden altijd beschikbaar.
De 360°-camera is slechts een hulpmiddel. Hij
kan uw waarneming van de omgeving niet ver‐
vangen. De bestuurder blijft altijd verantwoorde‐
lijk voor het veilig manoeuvreren en parkeren. Bij
het manoeuvreren of parkeren mogen zich onder
andere geen personen, dieren of voorwerpen in
het manoeuvreergebied bevinden; dit controle‐
ren.
Het systeem verwerkt de beelden van de vol‐
gende camera's:
Achteruitrijcamera
R
Frontcamera
R
Twee zijcamera's in de buitenspiegels
R
Weergaven van de 360°-camera
U kunt kiezen tussen verschillende weergaven:
1
Groothoekweergave vóór
2
Top View met beeld van de frontcamera
3
Top View met beeld van de zijcamera in de
buitenspiegels
4
Groothoekweergave achter
5
Top View met beeld van de achteruitrijca‐
mera
6
Top View met aanhangwagenweergave
(auto's met aanhangwagenvoorziening)
Top View
1
Rijstrook bij actuele stuuruitslag
2
Gele waarschuwingsmelding van de PARK‐
TRONIC-parkeerassistent: Obstakels op een
afstand van circa (1,0 m of minder)
3
Eigen auto van bovenaf