52
Veiligheid voor inzittenden
AIR BAG controlelampjes geven de status van de
passagiersairbag weer.
Altijd de aanwijzingen met betrekking tot de wer‐
king van de controlelampjes PASSENGER AIR
BAG in acht nemen (
pagina 52).
/
Functie van de PASSENGER AIR BAG contro‐
lelampjes
Auto's zonder automatische uitschakeling van de
passagiersairbag hebben aan passagierszijde
een speciale sticker op de cockpit
(
pagina 74).
/
Zelfdiagnose van de automatische uitschake‐
ling van de passagiersairbag
Bij ingeschakeld contact branden beide controle‐
lampjes PASSENGER AIR BAG ON en OFF tijdens
de zelfdiagnose tegelijkertijd.
Na de zelfdiagnose wordt de status van de pas‐
sagiersairbag via de controlelampjes PASSEN‐
GER AIR BAG weergegeven:
ON brandt: De passagiersairbag kan tijdens
R
een ongeval geactiveerd worden.
Na 60 seconden dooft het controlelampje.
ON en OFF zijn gedoofd: De passagiersair‐
R
bag kan tijdens een ongeval geactiveerd wor‐
den.
OFF brandt: De passagiersairbag is uitge‐
R
schakeld. Hij wordt bij een ongeval niet geac‐
tiveerd.
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG ON
gedoofd is, geeft alleen het controlelampje PAS‐
SENGER AIR BAG OFF de status van de passa‐
giersairbag aan. Het controlelampje PASSENGER
AIR BAG OFF kan continu branden of gedoofd
zijn.
Als het controlelampje PASSENGER AIR BAG
OFF en het waarschuwingslampje veiligheidssys‐
teem 6 tegelijkertijd branden, mag niemand
de passagiersstoel gebruiken. in dit geval ook
geen kinderzitjesbevestigingssysteem op de pas‐
sagiersstoel monteren. De automatische uitscha‐
keling van de passagiersairbag direct bij een
gekwalificeerde werkplaats laten controleren en
repareren.
Statusindicatie
Bij een bezette passagiersstoel voor en ook tij‐
dens het rijden en afhankelijk van de situatie de
correcte status van de passagiersairbag contro‐
leren.
Na de montage van een naar achteren
gericht kinderzitjesbevestigingssysteem op
de passagiersstoel: PASSENGER airbag OFF
moet continu branden.