O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet onder spanning en/of getordeerd tus‐
sen het dak en het zitvlak worden inge‐
bouwd. Indien mogelijk de zittinghoek over‐
eenkomstig instellen.
O Het kinderzitjesbevestigingssysteem mag
niet door de hoofdsteun worden belast. De
hoofdsteunen overeenkomstig instellen.
° Bij de montage van een i‑Size-kinderzitjes‐
bevestigingssysteem ook het volgende in acht
nemen:
O Bij gebruik van een naar achteren
gericht kinderzitjesbevestigingssysteem:
De voorstoel zo instellen dat deze het kin‐
derzitjesbevestigingssysteem niet raakt.
O Bij gebruik van een naar voren gericht
kinderzitjesbevestigingssysteem: Indien
mogelijk de hoofdsteunen van de betref‐
fende stoel uitbouwen. Bovendien moet de
leuning van het kinderzitjesbevestigingssys‐
teem zo volledig mogelijk tegen de rugleu‐
ning van de zitplaats aan liggen.
Na het uitbouwen van het kinderzitjesbeves‐
tigingssysteem de hoofdsteun direct aan‐
brengen en alle hoofdsteunen correct instel‐
len.
1
ISOFIX-bevestigingsbeugels
2
i‑Size-bevestigingsbeugels
Voor iedere rit beslist controleren, dat het
ISOFIX-kinderzitjesbevestigingsysteem of het
i‑Size-kinderzitjesbevestigingssysteem correct in
Veiligheid voor inzittenden
beide bevestigingsbeugels van de auto vergren‐
deld is.
Het ISOFIX- of het i‑Size-kinderzitjesbevesti‐
#
gingssysteem aan beide ISOFIX-bevestigings‐
beugels monteren.
Top Tether bevestigen
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel of
levensgevaar bij niet vergrendelde rug‐
leuningen van de zitplaatsen achterin na
montage van de Top Tether‑gordels
De rugleuningen van de zitplaatsen achterin
kunnen tijdens het rijden naar voren klappen.
Daardoor kunnen kinderzitjesbevestigings‐
systemen niet meer zoals bedoeld bescher‐
men. Bovendien kan extra letsel veroorzaakt
worden.
De rugleuningen van de zitplaatsen ach‐
#
terin na het monteren van de Top
Tether‑gordels altijd vergrendelen.
Beslist de vergrendelingsindicator in
#
acht nemen.
69