172 Rijden en parkeren
De elektrische parkeerrem inschakelen.
#
Bij stilstaande auto en ingedrukt rempedaal
#
de transmissiestand j inschakelen
(
pagina 161).
/
De motor en het contact uitschakelen door
#
de toets
1
in te drukken.
De bedrijfsrem langzaam loslaten.
#
Uitstappen en de auto vergrendelen.
#
%
Wanneer de auto wordt geparkeerd, kunt u
de zijruiten en de cabriokap nog circa vier
minuten bedienen nadat het bestuurderspor‐
tier gesloten is.
Garagedeurbediening
Toetsen van de garagedeurbediening pro‐
grammeren
& GEVAAR Levensgevaar door uitlaatgas‐
sen
Verbrandingsmotoren stoten giftige uitlaat‐
gassen, bijvoorbeeld koolmonoxide, uit. Het
inademen van deze uitlaatgassen is schade‐
lijk voor de gezondheid en leidt tot vergifti‐
ging.
De motor en de eventueel aanwezige
#
standverwarming nooit in een gesloten
ruimte zonder voldoende ventilatie laten
draaien.
& WAARSCHUWING Gevaar voor letsel bij
het openen of sluiten van een garage‐
deur met de garagedeurbediening
Wanneer de garagedeur met de geïnte‐
greerde garagedeurbediening wordt bediend
of geprogrammeerd, kunnen personen in het
bewegingsgebied van de garagedeur worden
ingeklemd of worden geraakt.
Altijd opletten dat zich niemand in het
#
bewegingsgebied van de garagedeur
bevindt.
Voorwaarden
De auto is buiten de garage respectievelijk
R
buiten het zwenkbereik van de garagedeur
geparkeerd.
De motor is afgezet.
R
Het contact is ingeschakeld.
R
%
De garagedeuropeningsfunctie is altijd
mogelijk bij ingeschakeld contact.
De in te leren toets 1,
2
#
en ingedrukt houden.
Het controlelampje
4
knippert geel.
%
Het kan tot 20 seconden duren voordat het
controlelampje geel gaat knipperen.
of
3
indrukken