138 Licht en zicht
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len bij gebruik van de buitenspiegel door
verkeerde inschatting van de afstand
De buitenspiegels geven een verkleind beeld.
De zichtbare objecten zijn dichterbij dan het
lijkt.
Daarom altijd de daadwerkelijke afstand
#
tot andere verkeersdeelnemers inschat‐
ten door over de schouder te kijken.
Buitenspiegels in- en uitklappen
De toets
1
kort indrukken.
#
Buitenspiegels initialiseren
%
Nadat de accukabels losgemaakt zijn of als
de accu ontladen was, moeten de buiten‐
spiegels opnieuw worden geïnitialiseerd.
Alleen zo werkt het automatisch inklappen
van de spiegels.
De toets
1
kort indrukken.
#
Buitenspiegels instellen
Met de toetsen
3
of
4
de in te stellen bui‐
#
tenspiegel selecteren.
Met de toets
2
de stand van het spiegelglas
#
instellen.
Buitenspiegel vergrendelen
Auto's zonder elektrisch inklapbare bui‐
#
tenspiegels: De buitenspiegel met de hand
in de juiste stand drukken.
Auto's met elektrisch inklapbare buiten‐
#
spiegels: De toets
1
ingedrukt houden.
Er is een klikkend geluid hoorbaar, gevolgd
door een klap. De buitenspiegel neemt de
correcte positie in.