60
Veiligheid voor inzittenden
Beschadigde of bij een ongeval belaste
#
kinderzitjesbevestigingssystemen direct
vervangen.
De bevestigingssystemen van de kin‐
#
derzitjesbevestigingssystemen direct bij
een gekwalificeerde werkplaats laten
controleren, voordat weer een kinderzit‐
jesbevestigingssysteem wordt gemon‐
teerd.
Direct invallend zonlicht vermijden
& WAARSCHUWING Gevaar voor brand‐
wonden door directe zonnestraling op
het kinderzitje
Wanneer het kinderzitjesbevestigingssys‐
teem aan directe zonnestraling wordt bloot‐
gesteld, kunnen delen hiervan zeer heet wor‐
den.
Kinderen kunnen zich branden aan deze
delen, in het bijzonder aan metalen delen van
het kinderzitjesbevestigingssysteem.
Altijd erop letten dat het kinderzitjesbe‐
#
vestigingssysteem niet aan directe zon‐
nestraling wordt blootgesteld.
Het kinderzitjesbevestigingssysteem
#
beschermen, bijvoorbeeld met een
deken.
Voordat het kind hierin wordt beveiligd
#
het kinderzitjesbevestigingssysteem
laten afkoelen als het aan directe zon‐
nestraling is blootgesteld geweest.
Kinderen nooit zonder toezicht in het
#
voertuig laten.
Bij het stoppen of parkeren in acht nemen
& WAARSCHUWING Gevaar voor ongeval‐
len en letsel als kinderen zonder toezicht
in het voertuig worden achtergelaten
Wanneer kinderen zonder toezicht in het
voertuig achterblijven, kunnen zij met name:
Deuren openen en daardoor andere per‐
R
sonen of verkeersdeelnemers in gevaar
brengen.
Uitstappen en door het verkeer worden
R
gegrepen.
Uitrustingen van het voertuig bedienen en
R
bijvoorbeeld bekneld raken.
Bovendien kunnen kinderen het voertuig in
beweging zetten, door bijvoorbeeld:
De parkeerrem vrij te zetten.
R
De transmissiestand te wijzigen.
R
Het voertuig te starten.
R
Kinderen nooit zonder toezicht in het
#
voertuig laten.