É
Auto komt omhoog Een ogen‐
blik geduld
a.u.b.................................... 451
É
Auto komt
omhoog....................... 451
:
AUTO-verlichting buiten
J
Bagageruimteafscheiding slui‐
ten......................................................... 423
h
Banden
controleren...................... 461
h
Bandenspanning
corrigeren......... 462
Á
Batterij sleutel
vervangen............. 420
K
Bij stilstand voor bediening van
kap rem
bedienen................................. 422
5
Bij tankstop 1 l motorolie bij‐
vullen.................................................... 468
5
Bij tankstop motoroliepeil con‐
troleren................................................. 468
!
Brandstoffilter
reinigen................ 434
8 Brandstofreserve.......................... 434
:
Dimlicht links
(voorbeeld)............. 424
÷
functioneert niet zie handlei‐
ding....................................................... 454
G
functioneert
!
functioneren niet zie handlei‐
ding....................................................... 453
werking.. 424
T
functioneren niet zie handlei‐
ding....................................................... 455
:
Intelligent Light System func‐
tioneert
K
Kap Bediening slechts tot 60
km/h..................................................... 422
K
Kap geheel openen /
K
Kap komt
+
Koelvloeistof bijvullen zie hand‐
leiding................................................... 432
ÿ
Koelvloeistof Stoppen Motor
¢
komt
É
Langzamer
h
Let op: band
:
Licht
6
Linksvoor Storing Werkplaats
opzoeken
niet.......................... 457
niet.......................................... 425
sluiten........ 423
omlaag......................... 422
uit... 432
omlaag................................ 450
rijden.......................... 451
defect...................... 462
uitschakelen........................ 425
(voorbeeld)............................. 417
Trefwoordenregister 495
¸
Luchtfilter
vervangen................... 434
ð
Maximum snelheid overschre‐
den........................................................ 445
5
Meten van het motoroliepeil
niet
mogelijk.......................................... 470
5
Motoroliedruk Stoppen Motor
uit.......................................................... 470
5
Motoroliepeil Oliepeil
verlagen..... 469
5
Motoroliepeil Stoppen Motor
!
nu niet beschikbaar zie hand‐
leiding................................................... 452
÷
nu niet beschikbaar Zie hand‐
leiding................................................... 453
Ø ..................................................... 466
!
Parkeerrem Om te ontgrende‐
len contact
AAN.................................... 440
!
Parkeerrem
ontgrendelen............ 440
!
Parkeerrem zie
handleiding.......... 437
ç passief......................................... 444
uit.. 469