VOORSTOELEN ZONDER ELEKTRISCHE VERSTELLING
Stoel vooruit of achteruit
schuiven
Til de handgreep 1 op om deze te
ontgrendelen. Laat dan de handgreep
los en controleer de vergrendeling.
Verstellen van de lendensteun
van de bestuurdersstoel
(afhankelijk van de auto)
Druk de schakelaar 2 vooruit of
achteruit om de lendensteun te
verstellen.
Zitting hoger of lager zetten
Beweeg de hendel 3 zo vaak als nodig
is omhoog of omlaag.
Rugleuning verstellen
Til de handgreep 4 zo ver mogelijk op
en kantel de rugleuning naar de
gewenste stand. Laat dan de
handgreep los en controleer de
vergrendeling.
Controleer na het
afstellen of de
rugleuningen goed zijn
vergrendeld.
Voer deze aanpassingen
uitsluitend uit als de auto
stilstaat.
Voor een optimale
werking van de autogordels moet
u de rugleuningen niet te veel
achterover zetten.
Laat geen voorwerpen op de
vloer (vóór de bestuurder) liggen.
In geval van plotseling remmen
kunnen deze onder de pedalen
terecht komen, waardoor de
bestuurder deze niet meer goed
kan bedienen.
Stoelverwarming
Afhankelijk van de auto kunt u met het
contact aan de stoelverwarming
activeren via het multimediascherm 5 :
– Met één druk op het pictogram
van de gewenste stoel schakelt
u de stoelverwarming in op de hoogste
stand. Drie in schakelaars
geïntegreerde waarschuwingslampjes
branden;
– Met een tweede druk gaat de
stoelverwarming naar de middelste
stand. Twee geïntegreerde
waarschuwingslampjes branden;
K e n u w a u t o - 6 7
2