STOP & GO ADAPTIEVE SNELHEIDSREGELAAR
Beperkingen van de werking
van het systeem
Autodetectie
3
Het systeem detecteert alleen
voertuigen (auto's, trucks, motoren) die
in dezelfde richting rijden als uw auto.
Een auto die invoegt in uw rijstrook
(bijv. L ) wordt pas door het systeem
herkend als deze in detectiezones van
de camera en radar komt.
Het systeem kan de auto ongepast
of vertraagd laten afremmen.
2 4 2 - R i j d e n
Wat niet door het systeem wordt
gedetecteerd:
– voertuigen die op kruispunten
aankomen: afritten (bijv. M ) enz.;
– auto's die aan de verkeerde kant
van de weg rijden of die achteruit naar
u toe rijden.
De Stop and Go adaptieve
snelheidsregelaar moet
worden gebruikt buiten de
bebouwde kom, op brede wegen
met zichtbare lijnen.
Detectie in een bocht
Als u een bocht inrijdt, kan de radar
en/of camera wellicht tijdelijk niet in
staat zijn om een voorligger te
detecteren (bijv. N ).
Het systeem kan de auto laten
versnellen.
Als u een bocht uitrijdt, kan de detectie
van voorliggers verstoord of vertraagd
worden.
Het systeem kan de auto ongepast
of vertraagd laten afremmen.