HULPEN CORRECTIESYSTEMEN TIJDENS HET RIJDEN
Afhankelijk van de auto anticipeert het
systeem, als u snel het gaspedaal
loslaat, op het remmen om de remweg
te verminderen.
Bijzondere gevallen
Tijdens het gebruik van de
3
snelheidsregelaar:
– als u het gaspedaal gebruikt, kan het
systeem in werking komen als u het
pedaal loslaat;
– als u het gaspedaal niet gebruikt,
wordt het systeem niet geactiveerd.
Storingen
Als het systeem een storing signaleert,
verschijnt de melding "Controleer
remsysteem" op het
instrumentenpaneel, in combinatie met
het waarschuwingslampje.
Ga naar een merkdealer.
1 8 4 - R i j d e n
Deze functies zijn extra
hulpmiddelen in kritieke
situaties waarbij het
rijgedrag van de auto
aangepast wordt.
Deze functies kunnen de taak van
de bestuurder niet overnemen.
De limieten van de auto blijven
onveranderd; ga daarom dus
niet harder rijden. Deze functies
kunnen dus in geen geval de
oplettendheid of de
verantwoordelijkheid van de
bestuurder overnemen - de
bestuurder moet altijd alert zijn op
plotselinge gebeurtenissen die
zich tijdens het rijden kunnen
.
voordoen.
Hulp bij wegrijden op een
helling
Afhankelijk van de helling van de weg
helpt dit systeem de bestuurder bij het
wegrijden op een helling. Het voorkomt
dat de auto achteruit rolt, door
automatisch de remmen vast te zetten
als de bestuurder het rempedaal
loslaat om het gaspedaal te bedienen.
Werking van het systeem
Het werkt alleen als de
versnellingshendel niet in N staat en
als de auto geheel stil staat
(rempedaal ingetrapt).
Het systeem houdt de auto ongeveer 2
seconden stil. Daarna komen de
remmen geleidelijk vrij (de auto rolt
naargelang de helling).