RUITENWISSER, SPROEIER VOOR
2
C. automatisch wissen
In deze stand signaleert het systeem
water op de voorruit en schakelt het
wissen in met een aangepaste
wissnelheid.
De inschakeldrempel van het wissen
en de duur van het interval is te
regelen door de ring 2 te verdraaien:
– F : maximale gevoeligheid;
– G : minimumgevoeligheid.
Hoe hoger de gevoeligheid, des te
sneller reageren de ruitenwissers en
wordt de frequentie van het wissen
verhoogd.
Wanneer automatisch wissen is
ingeschakeld of de gevoeligheid wordt
1 5 0 - K e n u w a u t o
verhoogd, wordt één wisbeweging
uitgevoerd.
Het
controlelampje brandt op
het instrumentenpaneel om te
bevestigen dat de functie geactiveerd
is.
Opmerking:
– de regensensor heeft enkel een
ondersteunende functie. Bij beperkte
zichtbaarheid moet de bestuurder zijn
ruitenwisser handmatig inschakelen.
Bij mist of sneeuwval werkt de
ruitenwisser niet altijd automatisch en
blijft deze onder uw controle;.
– Bij temperaturen onder nul wordt
automatisch wissen niet ingeschakeld
wanneer de auto wordt gestart. Deze
functie wordt automatisch
ingeschakeld wanneer de auto sneller
rijdt dan een bepaalde snelheid
(ongeveer 8 km/uur).
– Schakel automatisch wissen niet in
bij droog weer.
– Ontdooi de voorruit volledig voordat
u het automatisch wissen inschakelt;
– wanneer u de auto door een
wasstraat rijdt, moet u de schakelaar 1
in ruststand B zetten om het
automatisch wissen uit te zetten.
Storingen
Bij een storing van het automatisch
wissen, schakelt de ruitenwisser over
op wissen met intervallen. Roep de
hulp in van een merkdealer.
De werking van de regensensor kan
worden verstoord bij:
– beschadigde ruitenwissers: door een
waterlaagje of sporen van de
ruitenwisser in de detectiezone van de
sensor kan de reactiesnelheid van het
automatisch wissen vertragen of kan
de frequentie van het wissen
verhogen;
– barsten of scheuren in de voorruit in
de buurt van de sensor, stof, vuil,
insecten of rijm op de voorruit of het
gebruik van reinigingswas of
waterafstotende producten; De
ruitenwisser zal minder gevoelig zijn of
zelfs helemaal niet reageren.
D. langzaam continu wissen
E. snel continu wissen
Bijzonderheid
Tijdens het rijden, gaat de wisser
langzamer werken als de auto stopt.
Van snel continu wissen naar
langzaam continu wissen.
Zodra de auto weer gaat rijden,
beginnen de wissers weer met de
oorspronkelijk ingestelde snelheid te
werken.
Elke actie op de schakelaar 1
overschrijft en annuleert de
automatische functie.