SPIEGELS
buitenspiegels specifiek afstellen bij
het achteruitrijden en de stand in het
geheugen opslaan.
2
Selecteer bij stilstaande auto en
ingeschakelde achteruitversnelling de
achteruitkijkspiegel met een van de
schakelaars 3 en zet daarna de
spiegel met schakelaar 2 in de
gewenste stand.
Terugzetten in de rijstand
Het is mogelijk om van de
achteruitversnelling naar een
vooruitversnelling te gaan:
– ongeveer 9 seconden nadat uit de
achteruitversnelling is geschakeld,
wanneer de snelheid minder dan 10
km/u bedraagt;
– wanneer in vooruit wordt geschakeld
en de snelheid meer dan 10 km/u
bedraagt;
– wanneer de motor stilstaat.
Vastleggen van de afstellingen
– De buitenspiegels afstellen (zie
vorige paragrafen);
– zie de gebruiksaanwijzing van het
multimediasysteem om de
geheugeninstellingen te openen. Sla
de instellingen op.
De posities van de buitenspiegels in
vooruit- en achteruitversnelling en de
11 2 - K e n u w a u t o
positie van de bestuurdersstoel
worden tegelijk opgeslagen.
Oproepen van de
geheugenpositie
Zie de gebruiksaanwijzing van het
multimediasysteem om de opgeslagen
stand op te roepen.
Selecteer "Terugroepen".
De standen van de buitenspiegels bij
het vooruit- en achteruitrijden en van
de voorstoelen worden opgehaald.
Voer deze aanpassingen
uitsluitend uit als de auto
stilstaat.
Binnenspiegel
De binnenspiegel is verstelbaar.
Spiegel met hendel 4
Om te voorkomen dat u in het donker
verblind wordt door de koplampen van
achter u rijdende voertuigen, kunt u de
achteruitkijkspiegel kantelen met het
knopje 4 achter de spiegel.