WAARSCHUWING VEILIGHEIDSAFSTAND
Gebaseerd op de informatie van de
radar 2 en camera 1 informeert deze
functie de bestuurder over het
tijdsinterval tussen de eigen auto en
de voorligger zodat een veilige afstand
tussen de twee auto's kan worden
aangehouden.
De functie wordt geactiveerd wanneer
de rijsnelheid tussen ongeveer 30 en
150 of 170 km/u ligt, afhankelijk van de
auto.
Plaats van de camera 1
Zorg ervoor dat de voorruit niet is
bedekt (door vuil, modder, condens
enz.).
Plaats van de radar 2
Zorg ervoor dat het radargebied niet
wordt geblokkeerd (door vuil, modder,
sneeuw, een verkeerd gemonteerde
nummerplaat voor, enz.) of wordt
geraakt, gewijzigd (bijv. met autolak) of
afgedekt door accessoires aan de
voorzijde van het voertuig (bijv. op de
grille of het logo, enz.).
Deze functie is een extra
hulp tijdens het rijden.
Deze functie kan in geen
geval de waakzaamheid
en verantwoordelijkheid van de
bestuurder vervangen; deze moet
altijd de controle over zijn auto
behouden.
In-/uitschakelen via het
multimediascherm 3
Druk via de "Voertuig"-wereld van uw
multimediascherm 3 op het menu
"Rijondersteuning".
De functie "Afstand volgen" activeren
of deactiveren.
Telkens wanneer de auto
wordt gestart, blijft de
functie in de modus die is
opgeslagen toen de motor voor
het laatst werd uitgeschakeld.
3
R i j d e n - 2 0 9