STARTEN, STOPPEN VAN DE MOTOR
Als het bestuurdersportier geopend
wordt, schakelen de accessoires uit.
Zet nooit het contact uit
voordat de auto
compleet stilstaat,
anders valt de
bekrachtiging weg. Als de motor
niet meer draait, is er geen stuur-
en rembekrachtiging meer. Ook
werken veiligheidsvoorzieningen,
zoals Airbags en gordelspanners,
niet meer.
Verantwoordelijkheid
van de bestuurder
tijdens het parkeren of
stoppen van de auto
Laat nooit, ook niet heel even,
een kind, een afhankelijke
volwassene of een dier in de auto
achter als u deze verlaat.
Het kan zichzelf of anderen in
gevaar brengen door bijvoorbeeld
de motor te starten, door organen
te bedienen zoals de
ruitbediening, of de portieren te
vergrendelen, enz..
Bovendien kan bij warm, zonnig
weer de temperatuur in het
interieur heel erg snel oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR
VAN ERNSTIG LETSEL.
3
R i j d e n - 1 5 7