ACHTERUITRIJCAMERA
de omgeving aan de achterkant te
verzenden.
Instellingen
Druk op het multimediascherm 2 , met
de achteruitversnelling ingeschakeld,
op de knop "Instellingen" om de
geleidelijnen toe te voegen of te
verwijderen en de instellingen van het
camerabeeld aan te passen
(helderheid, contrast enz.).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
het multimediasysteem voor meer
informatie.
Zorg ervoor dat de camera
niet bedekt is (vuil, modder,
sneeuw, condens, enz.).
Zoom auto-functie
Als er achter het voertuig een obstakel
wordt gedetecteerd, schakelt de
functie "Zoom auto" van de huidige
weergave naar een bovenaanzicht van
achteren.
Zie de multimedia-instructies voor het
in-/uitschakelen van de functie
"Zoom auto"
Het scherm geeft een
omgekeerd beeld, zoals in
een spiegel.
De tekeningen zijn weergaven die
op een vlakke ondergrond worden
geprojecteerd. Deze informatie is
niet geldig als deze wordt
weergegeven op een verticaal
object of een object op de grond.
De voorwerpen die op de rand
van het scherm verschijnen
kunnen vervormd zijn.
In geval van te veel licht (sneeuw,
auto in de zon, enz.) kan het zicht
van de camera gestoord zijn.
Als de bagageklep geopend of
niet goed gesloten is, verschijnt
de melding "Achterklep open".
Storingen
Als de achteruitversnelling is
ingeschakeld en het systeem een
bedieningsfout detecteert, wordt het
multimediascherm 2 tijdelijk zwart.
Dit kan komen door een storing die
van invloed is op de camera of het
scherm (helderheid, vast beeld,
vertraagde communicatie, enz.).
3
R i j d e n - 2 7 9