STORINGEN
STORINGEN
De melding "Plaats de kaart
bij de START-knop" verschijnt
op het instrumentenpaneel.
STORINGEN
MOGELIJKE OORZAKEN
Het sturen gaat
Oververhitting van de
zwaar.
bekrachtiging.
Probleem met de elektrische
bekrachtigingsmotor.
Storing in het hulpsysteem.
Elektrische apparaten
Trillingen.
De ruitenwissers werken niet.
MOGELIJKE OORZAKEN
Desynchronisatie van de kaart.
De kaartaccu is leeg of de kaart is
niet synchroon.
WAT TE DOEN
Rijd voorzichtig bij lage snelheid, let op de kracht die u moet zetten op
het stuurwiel om de wielen te draaien.
Ga naar een merkdealer.
MOGELIJKE OORZAKEN
Banden te zacht, beschadigd of
uit balans.
Ruitenwisserbladen kleven.
Zekering ruitenwisser
doorgebrand.
Zekering ruitenwisser achter
doorgebrand (interval,
rustcontact).
WAT TE DOEN
Ontgrendel de bestuurdersdeur door de sleutel die in
de kaart is ingebouwd in het deurslot 62te steken,
plaats de kaart vervolgens op het plaatsingsgebied
155 en druk op de " START " om de kaart te
synchroniseren.
Controleer de accustatus van de kaart of plaats de
kaart in het gebied 155.
WAT TE DOEN
Controleer de bandenspanning. Als deze goed is, laat
de staat van de banden dan door een merkdealer
controleren.
Maak de wisserbladen los van de ruit.
Ga naar een merkdealer.
Vervang de zekering of laat deze vervangen 371.
6
P r a k t i s c h e t i p s - 3 8 1