AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
beperking of compromis met
betrekking tot de akoestiek en het
gevoel van zeer koude lucht op
handen en gezicht.
Deze functie omvat automatische
wijzigingen:
– temperatuur ingesteld op maximaal
koud;
– luchtverdeling voor de inzittenden;
– luchtstroom op maximaal vermogen;
– inschakeling van de airconditioning;
– luchtkringloop.
Druk op de knop 12 om de functie te
activeren. Schakel de ECO-modus uit
voor het beste resultaat.
Inschakelen van de
luchtkringloop (isolatie van het
interieur)
Deze functie wordt automatisch
geregeld, maar u kunt deze ook
handmatig inschakelen. In dat geval
wordt de inschakeling bevestigd door
het controlelampje ingebouwd in de
knop 13 .
Het ontwasemen/ontdooien
heeft altijd voorrang boven
de luchtkringloop.
Handmatig gebruik
Druk op knop 13 en het ingebouwde
waarschuwingslampje gaat branden.
Bij langdurig gebruik van deze stand
kunnen de ruiten aan de binnenkant
beslaan of weer aanvriezen. Ook zal
het in de auto, door gebrek aan frisse
lucht, kunnen gaan stinken.
Het wordt daarom aangeraden om
terug te gaan naar de automatische
werkingsstand door op de knop 13 te
drukken zodra de luchtkringloop niet
langer nodig is.
Functie "Favorieten"
Afhankelijk van de auto kunt u, door te
drukken op de stuurbediening 19 , de
volgende functies activeren volgens de
eerder gemaakte gebruiksinstellingen:
– verwarmd stuurwiel;
– stoelverwarming;
– achterruitverwarming;
– verwarmde achteruitkijkspiegels.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
het multimediasysteem voor meer
informatie over de instelling van deze
functie.
U w c o m f o r t - 3 11
4