ACTIEF RIJHULPSYSTEEM
9. Schakelaar voor het selecteren/
deselecteren van de rijhulpmiddelen,
afhankelijk van het voertuig:
– de Active driver assist;
– Adaptieve cruise control;
– snelheidsbegrenzer;
3
– Uit.
10. Veilige afstand instellen
11. De functie gaat in stand-by en de
maximumsnelheid wordt opgeslagen
(0).
12 Oproepen van de in het geheugen
vast gelegde snelheid (RES).
13
– Omhoog: kruissnelheid inschakelen
en verhogen, of de huidige snelheid
opslaan (SET/+).
– Omlaag: kruissnelheid inschakelen
en verlagen of de huidige snelheid
opslaan (SET/-).
14 Submenuknop (afhankelijk van de
auto): de ingestelde snelheid
aanpassen aan waargenomen
223
snelheidsbeperkingen
R i j d e n - 2 5 5