94
3-1. BEDIENING
Stoppen van het alarm
• Ontgrendel de auto met de
afstandsbediening, indien nodig
met behulp van de speciale
ID-functie van de afstandsbedie-
ning, zie blz. 79.
• Met Smart entry-systeem met
startknop: pak, terwijl u de
afstandsbediening bij u draagt,
de portiergreep van het bestuur-
ders- of voorpassagiersportier
volledig vast.
Schakelaars ruitbediening
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Bij het bedienen van de ruiten bestaat
het risico dat er lichaamsdelen
bekneld raken. Er bestaat een kans
op letsel en schade. Houd bij het ope-
nen en sluiten van de ruiten het
bewegingsgebied vrij.
Overzicht
Schakelaars ruitbediening
Voorwaarden voor werking
De ruiten kunnen worden bediend
onder de volgende voorwaarden.
• Standby-modus is actief.
• Drive Ready-modus is actief.
• Gedurende korte tijd nadat de
auto is overgegaan op de inac-
tieve modus.
• De afstandsbediening bevindt
zich in het interieur.
Openen
•
Druk de schakelaar in tot
aan het weerstandspunt.
De ruit gaat omlaag zolang de schake-
laar ingedrukt wordt gehouden.
•
Druk de schakelaar in tot
voorbij het weerstandspunt.
De ruit wordt automatisch geopend. De
beweging stopt als de schakelaar nog-
maals wordt ingedrukt.
Sluiten
•
Trek de schakelaar tot
aan het weerstandspunt.
De ruit gaat omhoog zolang u de scha-
kelaar in die stand houdt.
•
Trek de schakelaar voor-
bij het weerstandspunt.
De ruit wordt automatisch gesloten als
het portier is gesloten. De beweging
stopt als de schakelaar wordt losgela-
ten.