Download Print deze pagina

Toyota Supra Handleiding pagina 224

Advertenties

224
3-1. BEDIENING
Instellen van de snelheid
Aanhouden en opslaan van de
snelheid
Beweeg als de werking van het
systeem is onderbroken de tuimel-
schakelaar één keer kort omhoog
of omlaag.
Als het systeem is ingeschakeld,
wordt de actuele rijsnelheid aange-
houden en opgeslagen als inge-
stelde snelheid.
De opgeslagen snelheid wordt
weergegeven op de snelheidsme-
ter, zie blz. 225.
De Vehicle Stability Control (VSC)
wordt, indien noodzakelijk, inge-
schakeld.
De snelheid kan ook worden opge-
slagen door op de toets te drukken.
Druk op de toets.
De snelheid wijzigen
Beweeg de tuimelschakelaar herhaal-
delijk omhoog of omlaag tot de
gewenste snelheid is ingesteld.
Als het systeem actief is, wordt de
weergegeven snelheid opgeslagen en
gaat de auto met de opgeslagen snel-
heid rijden als de weg vrij is.
 Elke keer dat de tuimelschakelaar
tot aan het weerstandspunt
omhoog of omlaag wordt bewogen,
wordt de ingestelde snelheid met 1
km/h verhoogd of verlaagd.
 Elke keer dat de tuimelschakelaar
tot voorbij het weerstandspunt
omhoog of omlaag wordt bewogen,
wordt de ingestelde snelheid met
10 km/h verhoogd of verlaagd naar
de volgende of vorige op de snel-
heidsmeter weergegeven snelheid.
De maximaal instelbare snelheid is afhan-
kelijk van de auto.
 Als de tuimelschakelaar tot tegen
het weerstandspunt omhoog of
omlaag wordt gehouden, accele-
reert of decelereert de auto zonder
dat u het gaspedaal hoeft in te
trappen.
Zodra u de tuimelschakelaar loslaat,
wordt de rijsnelheid van dat moment aan-
gehouden. Wanneer u de tuimelschake-
laar tot voorbij het weerstandspunt
omhoog beweegt, accelereert de auto
sneller.

Advertenties

loading