314
5-1. MOBILITEIT
Ruitensproeiervloeistof
Algemeen
Alle sproeierkoppen worden vanuit
één reservoir van vloeistof voor-
zien.
Gebruik voor het sproeiersysteem
een mengsel van kraanwater en
geconcentreerde ruitensproeier-
vloeistof, indien nodig aangevuld
met antivries.
Aanbevolen minimaal vulniveau: 1
liter.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Sommige antivriesproducten kunnen
giftige stoffen bevatten en licht ont-
vlambaar zijn. Er is een kans op
brand en ernstig letsel. Volg de
instructies op de verpakkingen. Houd
antivries uit de buurt van verbran-
dingsbronnen. Schenk onder-
houdsproducten niet over in andere
flessen of flacons. Houd onder-
houdsproducten buiten het bereik van
kinderen.
WAARSCHUWING
Ruitensproeiervloeistof kan ontste-
ken en tot ontbranding komen bij con-
tact met hete motoronderdelen. Er
bestaat een kans op letsel of schade.
Vul alleen ruitensproeiervloeistof bij
als de motor is afgekoeld. Sluit vervol-
gens de dop van het sproeierreservoir
volledig.
OPMERKING
Aan de ruitensproeiervloeistof toege-
voegde additieven met siliconen, die
ervoor zorgen dat het water over de
ruiten parelt, kunnen het sproeiersys-
teem beschadigen. Er bestaat een
kans op schade. Voeg geen additie-
ven met siliconen toe aan de ruiten-
sproeiervloeistof.
OPMERKING
Het mengen van verschillende gecon-
centreerde ruitensproeiervloeistoffen
of antivriesproducten kan schade aan
het sproeiersysteem tot gevolg heb-
ben. Er bestaat een kans op schade.
Meng geen verschillende geconcen-
treerde ruitensproeiervloeistoffen of
antivriesproducten met elkaar. Volg
de instructies en mengverhoudingen
die op de verpakkingen zijn aange-
geven.
Overzicht
Het ruitensproeiervloeistofreservoir
bevindt zich in de motorruimte.
Storing
Het gebruik van onverdunde
geconcentreerde ruitensproeier-
vloeistof of antivries op alcoholba-
sis kan leiden tot onjuiste
meldingen bij temperaturen lager
dan -15°C.