142
3-1. BEDIENING
Instellen van de gevoeligheid van
de regensensor
Draai aan het kartelwieltje om de
gevoeligheid van de regensensor in
te stellen.
Omhoog: hoge gevoeligheid van de
regensensor.
Omlaag: lage gevoeligheid van de
regensensor.
Ruitensproeier voor
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Bij lage temperaturen kan de ruiten-
sproeiervloeistof op de voorruit
bevriezen en het zicht belemmeren.
Er bestaat een kans op ongevallen.
Gebruik het sproeiersysteem alleen
als er geen kans is op bevriezing van
de ruitensproeiervloeistof. Gebruik
indien nodig antivries.
OPMERKING
Als het sproeierreservoir leeg is,
werkt de sproeierpomp niet naar
behoren. Er bestaat een kans op
schade. Gebruik het sproeiersysteem
niet als het sproeierreservoir leeg is.
Reinigen van de voorruit
Trek aan de hendel.
Vloeistof uit het sproeierreservoir
wordt op de voorruit gespoten en
de ruitenwissers werken even.
Ruitensproeiers voor
De ruitensproeiers voor worden
automatisch verwarmd als de
standby-modus is ingeschakeld.
Wegklapstand van de
ruitenwissers
Principe
In de wegklapstand kunnen de rui-
tenwissers worden weggeklapt van
de voorruit.
Algemeen
Dit is bijvoorbeeld belangrijk voor
het vervangen van de ruitenwisser-
bladen of om de ruitenwissers weg
te klappen van de voorruit bij vorst.