Download Print deze pagina

Toyota Supra Handleiding pagina 279

Advertenties

Houd de bandenspanningsgegevens
aan voor de beladingstoestand die
overeenkomt met de actuele bela-
dingstoestand van de auto. Bijvoor-
beeld: voor een gedeeltelijk beladen
auto is de optimale bandenspanning
de spanning die is aangegeven voor
een gedeeltelijk beladen auto.
Voor meer informatie over velgen en
banden kunt u terecht bij een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Australië en Nieuw-Zeeland
WAARSCHUWING
De op de bandenspanningssticker
vermelde bandenspanningswaarden
zijn alleen van toepassing voor de uit-
drukkelijk op de sticker vermelde ban-
den. De spanningswaarden voor
banden die qua maat, snelheidsindex
en belastingsindex overeenkomen
maar niet uitdrukkelijk op de sticker
zijn vermeld, kunnen verschillen.
Vraag bij uw bandenleverancier naar
de door de bandenfabrikant aanbevo-
len spanningen voor de desbetref-
fende band.
Op het regeldisplay
Op het regeldisplay kan de actuele
spanning van elke op de auto
gemonteerde band worden weer-
gegeven.
Om er zeker van te zijn dat de juiste
waarden worden weergegeven,
moeten de maten van de gemon-
teerde banden in het systeem wor-
den opgeslagen en ingesteld. Zie
hiervoor blz. 290.
De actuele bandenspanning van
elke band wordt weergegeven.
5-1. MOBILITEIT
Controleren van de
bandenspanning
Algemeen
Banden worden tijdens het rijden
warm. Als de temperatuur van de
band stijgt, stijgt ook de banden-
spanning.
Banden verliezen van nature gelijk-
matig spanning.
Bandenpompen kunnen een span-
ning weergeven die meer dan
0,1 bar te laag is.
Controleren met behulp van de
bandenspanningsgegevens op de
portierstijl
De bandenspanningsgegevens op
de bandenspanningssticker op de
portierstijl zijn alleen van toepas-
sing voor koude banden of banden
die op omgevingstemperatuur zijn.
Controleer de bandenspanning
alleen als de banden koud zijn, dat
wil zeggen:
• De auto heeft niet meer dan
2 km afgelegd.
• De auto heeft na een rit langer
dan 2 uur stilgestaan.
Controleer geregeld de spanning
van het noodreservewiel in de
bagageruimte en pas de spanning
ervan indien nodig aan.
1
Bepaal de juiste spanning voor
de op de auto gemonteerde
banden, zie blz. 278.
2
Controleer de bandenspanning
van alle vier de banden met bij-
voorbeeld een manometer.
279
5

Advertenties

loading