7
Haal de stekker uit de aanslui-
ting in het interieur van de auto.
8
Berg het Mobiliteitssysteem op
in de auto.
De minimale bandenspanning is
bereikt
1
Maak de verbindingsslang van
de compressor los van het ven-
tiel.
2
Haal de stekker uit de aanslui-
ting in het interieur van de auto.
3
Berg het Mobiliteitssysteem op
in de auto.
4
Rijd onmiddellijk ongeveer 10 km
om de bandenreparatievloeistof
gelijkmatig over de binnenzijde
van de band te verdelen.
Rijd niet sneller dan 80 km/h.
Rijd indien mogelijk niet langzamer dan
20 km/h.
Aanpassen
1
Breng de auto op een geschikte
plaats tot stilstand.
2
Schroef de verbindingsslang
van de compressor recht-
streeks op het ventiel van de
band.
5-1. MOBILITEIT
3
Steek de stekker in de aanslui-
ting in het interieur van de auto.
4
Pas de bandenspanning aan;
deze moet ten minste 2,0 bar
bedragen.
• Bandenspanning verhogen: scha-
kel de compressor in terwijl de
standby-modus is ingeschakeld of
de motor draait.
• Bandenspanning verlagen: druk
op de knop van de compressor.
5
Maak de verbindingsslang van
de compressor los van het ven-
tiel.
6
Haal de stekker uit de aanslui-
ting in het interieur van de auto.
7
Berg het Mobiliteitssysteem op
in de auto.
Voortzetten van de reis
Rijd niet sneller dan 80 km/h.
Reset het bandenspanningscontro-
lesysteem (TPM), zie blz. 290.
Laat de lekke band en de flacon
met bandenreparatievloeistof van
het Mobiliteitssysteem zo snel
mogelijk vervangen.
289
5