Het systeem reageert mogelijk niet
op snelheidslimieten als het naviga-
tiesysteem de positie van de auto
niet met zekerheid kan vaststellen.
Parking Sensors
Principe
Parking Sensors helpt u bij het par-
keren van de auto. Wanneer objec-
ten voor of achter de auto
langzaam worden genaderd, wordt
de bestuurder hier door geluidssig-
nalen en een weergave op het
regeldisplay op geattendeerd.
Afhankelijk van de uitvoering:
objecten aan de zijkant van de auto
die worden gedetecteerd door de
ultrasoonsensoren aan de zijkant
kunnen ook worden gemeld door
de flankbeschermingsfunctie, zie
blz. 240.
Algemeen
De ultrasoonsensoren waarmee de
afstand tot objecten wordt geme-
ten bevinden zich in de bumpers
en, afhankelijk van de uitvoering,
aan de zijkant van de auto.
De reikwijdte van deze sensoren
bedraagt ongeveer 2 m, afhanke-
lijk van het object en de omgevings-
condities.
Zodra de auto minder dan onge-
veer 70 cm van een object is verwij-
derd en een aanrijding hiermee
dreigt, klinkt een geluidssignaal.
Bij objecten achter de auto klinkt
het geluidssignaal al eerder, zodra
de afstand minder is dan ongeveer
1,50 m.
3-1. BEDIENING
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Dit systeem ontneemt u niet de ver-
antwoordelijkheid om de verkeerssitu-
atie goed in te schatten. Vanwege de
beperkingen van het systeem kan het
niet op elke verkeerssituatie afzon-
derlijk op de juiste wijze reageren. Er
bestaat een kans op ongevallen. Pas
uw rijstijl aan de omstandigheden op
de weg aan. Houd de verkeerssituatie
in de gaten en grijp in als de situatie
dit vereist.
WAARSCHUWING
Als Parking Sensors is geactiveerd en
met een hoge snelheid wordt gere-
den, kan het door de fysieke omstan-
digheden voorkomen dat u te laat
wordt gewaarschuwd. Er bestaat een
kans op letsel en schade. Matig uw
snelheid bij het naderen van een
object. Rijd voorzichtig weg zolang
Parking Sensors nog niet actief is.
Overzicht
Toets in de auto
Toets Parking Assist-sys-
teem
237
3