238
3-1. BEDIENING
Ultrasoonsensoren
Deze ultrasoonsensoren
van Parking Sensors zijn
bijvoorbeeld in de bumpers
aangebracht.
Voorwaarden voor werking
Voor een optimale werking:
Zorg dat de sensoren niet wor-
den afgedekt door bijvoorbeeld
stickers of een fietsendrager.
Houd de sensoren schoon.
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Het systeem wordt in de volgende
situaties automatisch ingeschakeld:
Als de selectiehendel in stand R
wordt gezet bij draaiende motor.
Afhankelijk van de uitvoering: bij
het naderen van gedetecteerde
objecten, als de snelheid lager is
dan ongeveer 4 km/h. De active-
ringsafstand is afhankelijk van de
situatie.
Het automatisch inschakelen van het
systeem bij de detectie van objecten
kan worden in- of uitgeschakeld.
Via Toyota Supra Command:
1
"My vehicle" (mijn auto)
2
"Vehicle settings" (instellingen
auto)
3
"Parking" (parkeren)
4
Indien van toepassing: "Automatic
Parking Sensors activation" (auto-
matisch inschakelen Parking Sen-
sors)
5
"Automatic Parking Sensors
active." (automatisch inschakelen
Parking Sensors actief)
De instelling wordt opgeslagen voor
het op dat moment gebruikte bestuur-
dersprofiel.
Afhankelijk van de uitvoering wordt
ook de weergave van de desbetref-
fende camera ingeschakeld.
Automatisch uitschakelen bij
vooruitrijden
Het systeem wordt uitgeschakeld
zodra een bepaalde afstand of
snelheid wordt overschreden.
Schakel het systeem indien nodig
opnieuw in.
Handmatig in-/uitschakelen
Druk op de toets van het Par-
king Assist-systeem.
Aan: de led gaat branden
Uit: de led gaat uit.
De beelden van de achteruitrijca-
mera worden weergegeven als de
achteruitversnelling is ingeschakeld
en op de toets van het Parking
Assist-systeem wordt gedrukt.
Waarschuwing
Geluidssignalen
■
Algemeen
Bij het naderen van een object
wordt de positie daarvan door een
onderbroken geluidssignaal aange-
geven. Als bijvoorbeeld een object
links achter de auto wordt gena-
derd, klinkt het geluidssignaal van-