90
3-1. BEDIENING
• Als er van bestuurder wordt gewis-
seld zonder dat de auto wordt ver-
grendeld en ontgrendeld.
• Als zich meerdere afstandsbedie-
ningen in het detectiegebied
rondom de auto bevinden.
Instellingen
Algemeen
Afhankelijk van de uitrusting en de
landspecificaties zijn verschillende
instellingen voor de functies van de
afstandsbediening mogelijk.
Deze instellingen worden opgesla-
gen voor het op dat moment
gebruikte bestuurdersprofiel.
Ontgrendelen
Portieren
Via Toyota Supra Command:
1
"My Vehicle" (mijn auto)
2
"Vehicle settings" (instellingen
auto)
3
"Doors/Key" (portieren/sleutel)
4
"Driver's door" (bestuurders-
portier) of
tieren)
5
Selecteer de gewenste instel-
ling:
• "Driver's door only" (alleen
bestuurdersportier)
Alleen het bestuurdersportier en de
tankdopklep worden ontgrendeld. Als
nogmaals op de toets wordt gedrukt,
wordt de auto volledig ontgrendeld.
• "All doors" (alle portieren)
De auto wordt volledig ontgrendeld.
"All doors" (alle por-
Achterklep
De beschikbaarheid van deze
instellingen is afhankelijk van de
uitrusting en de landspecificatie.
Via Toyota Supra Command:
1
"My Vehicle" (mijn auto)
2
"Vehicle settings" (instellingen
auto)
3
"Doors/Key" (portieren/sleutel)
4
"Tailgate" (achterklep) of
"Tailgate and door(s)"
(achterklep en portier(en))
5
Selecteer de gewenste instel-
ling:
• "Tailgate" (achterklep)
De achterklep wordt geopend.
• "Tailgate and door(s)" (achter-
klep en portier(en))
De achterklep wordt geopend en de
portieren worden ontgrendeld.
De stoel en de buitenspiegels
instellen op de laatst ingestelde
stand
Via Toyota Supra Command:
1
"My Vehicle" (mijn auto)
2
"Driver profiles" (bestuurders-
profielen)
3
Selecteer een bestuurderspro-
fiel.
De instellingen kunnen worden uit-
gevoerd voor het met dit symbool
gemarkeerde bestuurdersprofiel.
4
"Last seat position automatic"
(automatisch instellen op laatste
zitpositie)
Wanneer de auto wordt ontgren-
deld, worden de bestuurdersstoel
en de buitenspiegels automatisch