210
3-1. BEDIENING
Toets
Status
Controlelampje brandt
oranje: sommige Toyota
Supra Safety-systemen
zijn uitgeschakeld of op
dat moment niet beschik-
baar.
Controlelampje brandt
niet: alle Toyota Supra
Safety-systemen zijn uit-
geschakeld.
Instellen van de
waarschuwingstijd
Via Toyota Supra Command:
1
"My Vehicle" (mijn auto)
2
"Vehicle settings" (instellingen
auto)
3
"Toyota Supra Safety"
4
"Blind spot monitor"
5
Selecteer de gewenste instel-
ling.
"Off" (uit): er wordt voor deze instelling
geen waarschuwing gegeven.
De instelling wordt opgeslagen voor
het op dat moment gebruikte
bestuurdersprofiel.
Aanpassen van de sterkte van de
stuurwieltrillingsfunctie
Via Toyota Supra Command:
1
"My Vehicle" (mijn auto)
2
"Vehicle settings" (instellingen
auto)
3
"Steering wheel vibration"
(stuurwieltrillingsfunctie)
4
Selecteer de gewenste instel-
ling.
De instelling wordt geaccepteerd
voor alle Toyota Supra Safety-sys-
temen en opgeslagen voor het op
dat moment gebruikte bestuurders-
profiel.
Waarschuwingsfunctie
Lampje in de buitenspiegel
Vroegtijdige waarschuwing
Het gedimde lampje in de buiten-
spiegel geeft aan wanneer voertui-
gen zich in de dode hoek bevinden
of van achteren naderen.
Dringende waarschuwing
Als de richtingaanwijzer is inge-
schakeld terwijl een voertuig zich in
het kritieke gebied bevindt, trilt het
stuurwiel kort en knippert het
lampje in de buitenspiegel fel.
De waarschuwing wordt beëindigd
wanneer het andere voertuig het
kritieke gebied heeft verlaten of de
richtingaanwijzer is uitgeschakeld.
Knipperen van het lampje
Wanneer de auto wordt ontgren-
deld, voert het systeem een zelftest
uit door het lampje te laten knippe-
ren.