Download Print deze pagina

Toyota Supra Handleiding pagina 234

Advertenties

234
3-1. BEDIENING
Wegrijden
In bijvoorbeeld de volgende situa-
ties kan de auto niet automatisch
wegrijden:
 Op een steile helling omhoog.
 Voor een verhoging in het weg-
dek.
Bedien in dergelijke situaties het
gaspedaal.
Weer
Bij ongunstige weers- of lichtom-
standigheden kan er sprake zijn
van de volgende beperkingen:
 Slechtere detectie van voertuigen.
 Kortstondig uit beeld verdwijnen
van reeds gedetecteerde voertui-
gen.
Voorbeelden van ongunstige weers-
of lichtomstandigheden:
 Natte wegen.
 Sneeuwval.
 Smeltende sneeuw.
 Mist.
 Tegenlicht.
Blijf opletten tijdens het rijden en rea-
geer zelf op veranderingen in de ver-
keerssituatie. Grijp indien nodig actief
in door te remmen, te sturen of uit te
wijken.
Motorvermogen
De ingestelde snelheid wordt ook
aangehouden bij hellingafwaarts rij-
den. Bij hellingopwaarts rijden is
het afhankelijk van het beschik-
bare motorvermogen mogelijk dat
de ingestelde snelheid niet wordt
gehaald.
Storing
Radarsensor
Het systeem kan niet worden geac-
tiveerd als de radarsensor niet
goed is uitgelijnd, bijvoorbeeld door
parkeerschade.
In het geval van een storing in het
systeem wordt een voertuigmelding
weergegeven.
Laat het systeem nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Het systeem werkt mogelijk minder
goed als het detectiegebied van de
radarsensor gedeeltelijk wordt
afgedekt, bijvoorbeeld door de ken-
tekenplaathouder.
Camera
In de volgende situaties kan het
systeem stilstaande voertuigen
mogelijk minder goed detecteren
en erop reageren als deze worden
genaderd:
 Tijdens het kalibratieproces van
de camera direct na aflevering
van de auto.
 Bij een storing of verontreiniging
van de camera. Er wordt een
voertuigmelding weergegeven.
Speed Limit Assist
Principe
Wanneer de systemen in de auto
(bijvoorbeeld Speed Limit Info) een

Advertenties

loading